De Magneten Kalibreren En Ze Vast Op Hun Plaats Bevestigen - Pioneer SGY-PM910H Bedienungsanleitung

De magneten kalibreren en ze vast op hun plaats bevestigen

De sensoren omschakelen naar de magneetkalibreringsmodus, en zich ervan vergewissen dat de voorlopig aangebrachte
magneten correct werken. Nadat u zich ervan hebt vergewist dat de magneten correct werken, de magneten vast op hun plaats
bevestigen en ze vervolgens kalibreren.
• De magneten hebben een zeer sterke magnetische kracht. De interne magneet kan los raken als u de magneten dicht bij elkaar brengt.
Wees daarom voorzichtig terwijl u ermee omgaat.
• De magneten van het patch-type kunnen niet worden verwijderd en opnieuw bevestigd wanneer ze eenmaal vast op hun plaats
bevestigd werden. Voordat u de magneten vast op hun plaats bevestigt, zich zorgvuldig vergewissen van de plaats waar ze geïnstalleerd
zijn.
• De positie van de magneten van het arm-type moet regelmatig worden gecontroleerd nadat ze vast op hun plaats bevestigd zijn.
1
De fiets op een horizontale plek plaatsen, zoals een reparatiestand of een binnenhuistrainer.
Stel het voorwiel zo in dat het voorwiel en het achterwiel zich op dezelfde hoogte bevinden.
2
Het krukstel van de fiets ten minste over drie omwentelingen ronddraaien om de zenders links en rechts
te activeren.
3
Zich ervan vergewissen dat de zenders rechts en links in de pedaalopvolgingsmodus zijn.
Zie "De werking van de sensoren controleren" (pagina 109) voor de manier om de modi te controleren.
Het deksel van de zender dat u hebt verwijderd om de modus te controleren eraf laten en overgaan tot de volgende stap.
4
De schakelaar op de rechterzender gedurende ten minste 5 seconden ingedrukt houden.
De led knippert 3 keer oranje, en de sensor gaat over naar de magneetkalibreringsmodus.
De sensor blijft in de magneetkalibreringsmodus gedurende 30 minuten nadat de led knippert. Als het kalibreren van de
magneten niet binnen 30 minuten voltooid is, de sensor opnieuw omschakelen naar de magneetkalibreringsmodus.
• Als de zenders links en rechts niet kunnen communiceren, knippert de led van de rechterzender vijf maal rood.
• Het vermogen kan niet worden gemeten wanneer de sensor in de magneetkalibreringsmodus is.
• Als u kort de schakelaar indrukt tijdens de magneetkalibreringsmodus, knipperen de led's 5 keer oranje, en de sensor verlaat de
magneetkalibreringsmodus. De kalibreringsgegevens worden niet bijgewerkt wanneer dit gebeurt.
5
Traag aan de kruk van de fiets draaien, bij ongeveer 30 omwentelingen per minuut, in de richting vooruit
en zich ervan vergewissen dat de led groen oplicht bij iedere omwenteling.
Als de led groen oplicht, dan herkennen de magneetsensoren de magneten correct. Overgaan tot de volgende stap.
Als de led rood oplicht, dan draait u te snel aan de kruk. Eraan draaien bij ongeveer 30 omwentelingen per minuut, in de
richting vooruit.
Als de led niet oplicht, dan herkennen de magneetsensoren de magneten niet correct. Raadpleeg "De magneten installeren"
(pagina 111), en controleer of de magneten in de correcte posities geïnstalleerd zijn.
6
De kruk van de fiets over ten minste nog vier omwentelingen ronddraaien.
Controleer dat de led groen oplicht bij iedere omwenteling.
Overgaan tot de volgende stap om de magneten vast op hun plaats te bevestigen.
NL
117