Inhaltsverzeichnis
Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
Technische gegevens
Perslucht-boormachine
Bestelnummer 0 607 160 ...
Toerental onbelast
Afgegeven vermogen
Max. boor-Ø staal
Meegeleverd
zonder boorhouder
Snelspanboorhouder
Tandkransboorhouder
Draairichting
Schroefdraad
uitgaande as
Sleutelvlak 2 op de uitgaande
as
Nominale druk
Aansluitschroefdraad
Inwendige slangdiameter
Luchtverbruik bij belasting
Gewicht (zonder toebehoren)
ca.
Aansluiting aan de
persluchtvoorziening
Het gereedschap is ontworpen voor een bedrijfsdruk
van 6,3 bar (91 psi). Voor een maximaal vermogen be-
draagt de inwendige slangdiameter 10 mm bij een
aansluitschroefdraad van 1/4"NPT. Gebruik voor het
instandhouden van het volledige vermogen alleen
slangen tot een lengte van maximaal 4 meter.
De toegevoerde lucht mag geen deeltjes of vocht be-
vatten om de machine te beschermen tegen bescha-
diging, vervuiling en roestvorming.
Het gebruik van een luchtverzorgingseenheid is
noodzakelijk.
Hierdoor wordt een correcte werking van persluchtge-
reedschappen gewaarborgd. Lees de gebruiksaanwij-
zing van de verzorgingseenheid en neem deze in acht.
Alle armaturen, verbindingsleidingen en slangen moe-
ten zijn aangelegd in overeenstemming met de vereis-
te hoeveelheid perslucht.
Voorkom vernauwingen van de aanvoerleidingen bijv.
door drukken, knikken of trekken.
Controleer in geval van twijfel de druk bij de luchttoe-
voeropening van de machine met een manometer.
3 609 929 937 • (03.10) T
-1
min
W
Hp
mm
in
3/8"–24 UNF–2A
mm
bar/psi
6,3/91
1/4"NPT 1/4"NPT 1/4"NPT 1/4"NPT 1/4"NPT 1/4"NPT 1/4"NPT
mm
l/s
cfm
kg
lbs
4 MONTAGE
... 501
... 502
... 503
2800
2800
2800
320
320
0,43
0,43
6
6
1/4"
1/4"
–
–
q
–
q
–
q
q
12
12
6,3/91
6,3/91
10
10
8,5
8,5
18
18
0,6
0,7
1,3
1,5
Aansluiting van de persluchtvoorziening aan
het gereedschap
Schroef de slangnippel 7 in het aansluitstuk op de
luchtingang 5 (zie afbeelding
Ter voorkoming van beschadigingen aan inwendige
ventieldelen van het gereedschap dient u bij het in- en
uitdraaien van de slangnippel 7 het uitstekende aan-
sluitstuk van de luchtingang 5 met een steeksleutel
(22 mm) tegen te houden.
Maak de slangklemmen 16 van de maximaal 4 meter
lange luchttoevoerslang 17 los en bevestig de lucht-
toevoerslang over de slangnippel 7 met de slangklem
door deze stevig vast te draaien.
Bevestig de luchttoevoerslang 17 altijd eerst aan
het gereedschap en vervolgens aan de verzor-
gingseenheid.
Stulp de luchttoevoerslang 17 over de koppelingsnip-
pel 18 en bevestig de luchttoevoerslang door de
slangklem 16 stevig vast te draaien.
Schroef in de luchtuitgang van de verzorgingseenheid
20 een automatische slangkoppeling 19. Met automa-
tische slangkoppelingen kan snel een verbinding tot
stand worden gebracht en wordt de luchttoevoer bij
het loskoppelen automatisch onderbroken.
Let erop dat u het gereedschap niet per ongeluk in-
schakelt wanneer u de koppelingsnippel 18 in de kop-
peling 19 steekt.
Nederlands–5
... 504
... 505
850
850
320
320
320
0,43
0,43
0,43
–
10
–
3/8"
3/8"
q
–
–
–
q
–
q
q
12
14
6,3/91
6,3/91
10
10
8,5
8,5
8,5
18
18
0,5
0,7
0,8
1,1
1,5
1,8
A
... 509
... 511
750
2200
220
220
0,30
0,30
10
10
6
3/8"
1/4"
–
–
–
q
–
–
q
q
–
q
q
q
14
14
12
6,3/91
6,3/91
10
10
10
8,5
8,5
18
18
18
0,8
0,7
1,8
1,5
).
Werbung
Inhaltsverzeichnis
