Fehlerbehebung; Entsorgung - VOLTCRAFT VC175 Bedienungsanleitung

FEHLERBEHEBUNG

Beachten Sie unter allen Umständen die Sicherheitshinweise!
Weiterführende Reparaturen als die beschriebenen dürfen ausschließlich von
einem autorisierten Fachmann durchgeführt werden.
Falls Sie Fragen zum Umgang mit dem Messgerät haben, können Sie unseren
technischen Support unter folgender Telefonnummer erreichen:
Voltcraft®, 92242 Hirschau, Lindenweg 15, Telefon 0180 / 586 582 7
Mit dem Kauf dieses DMM haben Sie ein Produkt erworben, das nach neuesten Standards und für
dauerhafte Zuverlässigkeit entwickelt wurde.
Dennoch kann das Auftreten von Problemen oder Fehlern nicht vollständig ausgeschlossen werden.
Daher wird im Folgenden beschrieben, wie Sie mögliche Störungen selbst beheben können.
Störung Mögliche Ursache
Das DMM Ist die Batterie erschöpft?
funktioniert nicht.
Der Messwert Die HOLD-Funktion
ändert sich nicht.
aktiviert (im Display wird „
angezeigt).
Ist die falsche Messfunktion
ausgewählt (Wechselspannung
bzw. -strom/Gleichspannung
bzw. -strom)?
Haben Sie die
Messbuchsen verwendet?
Ist die Sicherung defekt?

ENTSORGUNG

a) Produkt
Elektronische Geräte sind Wertstoffe und gehören nicht in den Hausmüll.
Entsorgen Sie das Produkt am Ende seiner Lebensdauer gemäß den geltenden
gesetzlichen Bestimmungen.
Entnehmen Sie evtl. eingelegte Batterien/Akkus und entsorgen Sie diese getrennt vom
Produkt.
20
Maßnahme
Prüfen Sie den Zustand der Batterie.
ist Drücken Sie erneut die HOLD-Taste.
" Das Symbol „ " wird ausgeschaltet.
Überprüfen Sie die Anzeige (AC/DC),
und schalten Sie gegebenenfalls zur
anderen Messfunktion um.
falschen Überprüfen Sie die Messbuchsen.
Im Bereich „A/mA/µA": Wechseln
Sie die Sicherung wie im Kapitel
„Austausch der Sicherungen"
beschrieben.
Ga als volgt te werk voor het meten van wisselspanningen "AC" (V~):
1. Schakel de DMM in zoals beschreven in de paragraaf "Meten van gelijkspanningen" en kies het
meetbereik "V".
2. Sluit nu de beide meetsnoeren aan op het te meten object (generator, schakelaar enzovoort).
3. De gemeten waarde wordt weergegeven op het uitleesvenster. De meeteenheid is V.
4. Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit. Zet de
draaiknop (5) in de stand "OFF" (uit).
Automatische bereikfunctie
De automatische bereikfunctie wordt standaard ingesteld. Een geschikt meetbereik wordt automatisch
gekozen en de bijbehorende eenheid wordt op het uitleesvenster aangegeven.
• Voor het uitschakelen van de automatische bereikfunctie en het kiezen van het gewenste
meetbereik kan op de knop SELECT (1) worden gedrukt. Op elke druk van de knop zal het
meetbereik veranderen, dus stop op het gewenste bereik.
• Druk op de knop SELECT (1) en houd deze ingedrukt om terug te gaan naar de automatische
bereikfunctie.
b) Stroommeting "A "
De spanning op het meetcircuit mag niet hoger zijn dan 250 V.
Metingen van >5 A mogen uitsluitend voor hooguit 10 seconden worden gedaan,
steeds gevolgd door een pauze van 15 minuten.
Alle stroommeetbereiken zijn voorzien van zekeringen en daardoor beveiligd tegen
overbelasting.
Ga als volgt te werk voor het meten van de gelijkstromen "A, mA, µA"
Wisselstroommetingen worden niet ondersteund door deze DMM. Probeer niet om
wisselstromen te meten met deze DMM.
Steek het rode meetsnoer in de 10 A max-bus (10) als de hoogte van de stroom niet bekend is.
1. Schakel de DMM in en kies meetbereik "A, mA, µA
mogelijk de meting op het hoogst mogelijke bereik, want als de stroom te hoog is zal de zekering
doorbranden.
2. Steek het rode meetsnoer in de 10 A max-bus (10) (bij stromen >400 mA) of in de mAµA-bus (8)
(bij stromen <400 mA). Steek het zwarte meetsnoer in de COM-bus.
3. Sluit nu de beide meetsnoeren in serie aan met het te meten object (batterij, circuit enzovoort); het
uitleesvenster geeft de polariteit van de gemeten waarde samen met de actuele meetwaarde aan.
De eenheid van de meting is µA, mA of A (afhankelijk van het gekozen meetbereik).
" met de draaiknop (5). Start indien
73