Inhaltsverzeichnis
Werbung
Geluidssterkteregeling
De geluidssterkte van de wereldontvanger kan via de volumeregelaar (8) worden
ingesteld. Door draaien met de wijzers van de klok mee wordt de geluidsterkte ver-
hoogd.
Door draaien tegen de wijzers van de klok in wordt de geluidsterkte verlaagd.
Toonhoogteregeling
De toonhoogte kan met de tone-regelaar (9) worden ingesteld.
Door draaien met de wijzers van de klok mee wordt de toonhoogte verhoogd. Door
draaien tegen de wijzers van de klok in wordt de toonhoogte verlaagd.
Ontvangst van de afzonderlijke frequentiebereiken
Schuif de functiekeuzeschakelaar (5) in stand "Radio".
Neem a.u.b. bij de ontvangst van de afzonderlijke frequentieberei-
ken de wettelijke bepalingen in acht (zie Wettelijke voorschriften
in acht nemen)!
FM/TV1-Ontvangst
Zet de keuzeschakelaar (14)van het frequentiebereik in stand "FM/TV1". Trek de tele-
scoopantenne (3) geheel uit. De gewenste zender wordt nu met de buitenste afstem-
knop (15) ingesteld. De ingestelde frequentie resp. het kanaalnummer kan via de fre-
quentieschaal (16) worden afgelezen.
Met de Tuning/batterij- aanduiding (4) kan de beste ontvangst worden verkregen. De
naald beweegt zich bij toenemende signaalsterkte van de zender van rechts naar
links. De grootste signaalsterkte is dus ingesteld bij een zover mogelijke uitslag naar
links. Door zwenken en draaien van de telescoopantenne kan de ontvangst nog wor-
den geoptimaliseerd.
Let a.u.b. bij FM- ontvangst steeds op een nauwkeurige afstemming van de gewen-
ste zender. Anders kunnen toonvervormingen door rondzing- of sisgeluiden ont-
staan.
Wordt de AFC- schakelaar (7) (alleen bij FM- ontvangst) na het instellen van de zen-
der op "ON" gezet, dan wordt een driftvrije ontvangst gegarandeerd.
Opmerkingen:
Mocht bij de werking op batterijen zelfs bij een volledig uitgetrokken antenne geen
tevredenstellende ontvangst worden bereikt, dan moet de laadniveau van de batteri-
jen worden gecontroleerd.
56
Hinweis:
Da die Übertragung des CB-Funkes nicht kontinuierlich stattfindet, können auf die-
sen Frequenzen zeitweilig keine Signale empfangen werden.
Auch der Empfang erfolgt nur innerhalb eines begrenzten Bereiches, der durch Fol-
gendes eingeschränkt bzw. gestört werden kann:
- Elektrische Störungen z.B. Starkstromleitungen usw.
- Hindernisse, wie z.B. Berge, Hügel, Bäume, Gebäude usw.
- Unterschiedliche Witterungsbedingungen
SW (KW)-Empfang
Bringen Sie den Frequenzbereichswahlschalter (14) in Stellung "SW". Ziehen Sie die
Teleskopantenne (3) vollständig aus. Der gewünschte Sender wird nun mit dem
äußeren und dem inneren Abstimmknopf (15) eingestellt. Beim Einstellen der ver-
schiedenen Frequenzen ist zu beachten, daß bereits minimale Drehbewegungen des
äußeren Abstimmknopfes (15) relativ große Frequenzänderungen zur Folge haben.
Drehen Sie deshalb den äußeren Abstimmknopf (15) sehr langsam, um sämtliche
Signale innerhalb des gewünschten Bereichs empfangen zu können. Die Feineinstel-
lung kann mit dem inneren Abtimmknopf (15) (Fine Tuning) erfolgen.
Die Frequenz kann an der entsprechenden Frequenzskala (16) abgelesen werden.
Mittels der Tuning/Batterie-Anzeige (4) kann der beste Empfang leicht eingestellt
werden. Durch Schwenken und Drehen der Teleskopantenne kann der Empfang
noch optimiert werden.
Hinweise:
Die beste Zeit zum Kurzwellenempfang ist in den Abend- und Nachtstunden.
Amateurfunker und Auslandssender setzen im allgemeinen ihre Übertragungen für
diese Zeit an. Sendungen aus Australien und dem Südpazifik empfangen Sie dage-
gen am besten in den frühen Morgenstunden.
Die Qualität des Kurzwellenempfanges variiert je nach Jahreszeit, vorherrschenden
Witterungsverhältnissen, atmosphärischen Änderungen und der eingestellten Fre-
quenz. Im allgemeinen sind Herbst und Winter die besten Jahreszeiten zum Kurzwel-
lenempfang, dies gilt besonders für europäische und fernöstliche Sender. Während
australische und südpazifische Sender am besten im Frühjahr zu empfangen sind.
Mit Störungen muß beim Kurzwellenempfang jedoch immer gerechnet werden.
Zeitzonenumrechnung
Internationalen Zeitangaben beziehen sich alle auf die Zeitzone 12 und werden in der
Weltuhrzeit = UTC (ehemals GMT = Greenwich-Mean-Time) angegeben.
Die Umrechnung der einzelnen Sendezeiten in anderen Ländern und Kontinenten auf
ihre lokale Uhrzeit kann mittels der Zeitzonenkarte (19) und der Zeitzonenskalen-
scheibe (20) durchgeführt werden.
13
Werbung
Inhaltsverzeichnis
