Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Conrad 12 87 40 Bedienungsanleitung Seite 22

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für 12 87 40:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

2. Apparaat Aan/Uit. Met deze schuifschakelaar wordt de me-
ter in- en uitgeschakeld.
3. Rood en zwart meetsnoer (spiraalkabel), rood voor „+" en
zwart voor „-". Ook bij de wisselstroommeting komt een
gelijkspanning uit de tangadapter.
4. Openingshandel voor de stroomtang.
5. Controle-LEDs 5a „LO BATT". Als deze LED oplicht (rood),
wordt het tijd om de ingebouwde batterij te vervangen.
5b „POWER". Deze LED licht op bij ingeschakelde stroom-
tangadapter (groen).
6. Batterijvak.
7. „ZERO ADJUST". Stelknop voor nul-compensatie bij de gelijk-
stroommeting (Offset).
5. Gebruik van de stroomtangadapter
5.1 Inbouwen/vervangen van de batterij
Opdat uw meetadapter feilloos functioneert, moet deze voorzi-
en worden van een 9-V-blokbatterij. Als de lichtdiode „LO BATT"
oplicht, moet u de batterij vervangen. Hiertoe handelt u als
volgt: maak de meter los van het meetcircuit (stroomrails, afzon-
derlijke leiding, leidingsysteem enz.), schakel de meter uit en
draai met een passende kruiskopschroevendraaier de bevesti-
gingsschroef (1x) van het batterijvakdeksel aan de achterzijde
van de meter los. Schuif het deksel er nu in de richting van de pi-
jl voorzichtig af. Maak de verbruikte batterij los van de aansluit-
clip en vervang de batterij door een nieuwe van hetzelfde type.
Nadat de batterij vervangen is, legt u de aangesloten batterij in
het batterijvak en sluit dit weer zorgvuldig in omgekeerde vol-
gorde. Let er bij het sluiten van het batterijvak op, dat de draden
42
van de aansluitclip (rood/zwart) niet geplet worden. Als de me-
ter langere tijd niet gebruikt wordt (meer dan 60 dagen), moet u
de batterij er uithalen en deze apart opbergen.
Let op!
Gebruik de meter in geen geval in geopende toestand! Levens-
gevaarlijk!
Laat geen verbruikte batterijen in het apparaat zitten, omdat
zelfs tegen uitlopen beschermde batterijen kunnen roesten en
er daardoor chemicaliën vrij kunnen komen, die schadelijk kun-
nen zijn voor uw gezondheid resp. het batterijvak vernielen.
Verbruikte batterijen horen tot het zog. klein chemisch afval en
moeten daarom milieuvriendelijk afgevoerd worden. Hiervoor
bestaan inzamelbakken bij winkels e.d.
5.2 Aansluiten van de meetsnoeren
Gebruik voor metingen steeds alleen de meetsnoeren, die ver-
bonden zijn met de stroomtangadapter. Let voor iedere meting
op de toestand van de aansluitstekker (BNC) en overtuig u ervan
dat de isolatie onbeschadigd is. Verbind de aansluitstekker met
een BNC-bus van de oscilloscoop (kanaal 1 of 2). Zet op de oscil-
loscoop de koppelingsschakelaar (AC-GND-DC) op DC en de in-
gangsversterker van het betreffende kanaal op 5 mV/Div of klei-
ner (voor zover mogelijk). Bij oscilloscopen met een Auto-Setup-
functie is het instellen van de ingangsversterker niet nodig.
6. Uitvoeren van stroommetingen
Let op!
Overschrijd in geen geval de max. toelaatbare ingangsgroottes
max. 600 ADC/AARrms. Daarbij mag de spanning in geen geval
> 600 VDC resp. 480 VACrms
43

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis