B) Submenu "Camera Setup - Conrad 55 13 19 Bedienungsanleitung

b) Submenu "Camera Setup"

Selecteer met de toetsen "/
koppelen ("Pairing").
Helderheid instellen ("Camera Brightness")
• Bevestig de selectie, door op de toets "
helderheidsinstelling verschijnen. Wijzig de helderheid met de toetsen " V-" (20) en " V+" (22).
• Met de toets " " (19) wordt de instelling overgenomen en het OSD-menu wordt opnieuw weergegeven.
OK

Het OSD-menu wordt automatisch verlaten wanneer u gedurende ongeveer een minuut op geen enkele
toets drukt. De instelling van de helderheid wordt daarbij eveneens overgenomen.
Koppelingsprocedure ("Pairing")
Opdat de gegevens van binnen- en buiteneenheid met elkaar kunnen worden uitgewisseld (camerabeeld of
microfoonopname), moet de buiteneenheid aan de binneneenheid worden aangeleerd.
Dit wordt "Pairing" (= koppelen) genoemd.

Deze procedure werd reeds door de fabrikant uitgevoerd.
Als echter bij de ingebruikname van het product geen beeld kan worden weergegeven (en vb. de melding
"No Signal" = geen signaal op het scherm verschijnt), kan de koppelingsprocedure heel makkelijk opnieuw
worden opgestart.
Binnen in de buiteneenheid bevindt zich een kleine toets, zie afbeelding in hoofdstuk 6. a), positie 8.
Voor de koppelingsprocedure is het eveneens nodig om de behuizing van de buiteneenheid te openen. Houd
hiervoor rekening met hoofdstuk 7.
Ga als volgt te werk om de koppelingsprocedure uit te voeren:
• Nadat u de functie "Pairing" hebt geselecteerd, drukt u op de toets "
pijlsymbool.
• Druk binnen de 60 seconden druk op de pairing-toets van de buiteneenheid (zie afbeelding in hoofdstuk 6. a),
positie 8).
Wanneer de binneneenheid de buiteneenheid herkent, verschijnt kort "OK" en wordt het camerabeeld opnieuw
weergegeven, het OSD-menu wordt automatisch verlaten.

Wanneer de binneneenheid de buiteneenheid niet herkent, brengt u de binneneenheid in de buurt van de
buiteneenheid (afstand min. 0,5 m). Druk op de reset-toets (9) aan de onderkant van de buiteneenheid
en voer een nieuwe koppelingsprocedure uit.
Andere apparaten op dezelfde frequentie (2,4 GHz) kunnen het koppelen verstoren, vb. WLAN-routers,
andere draadloze camera's, etc. Neem hoofdstuk 12 in acht.
" (18) en "/ " (21) het instellen van de helderheid ("Camera Brightness") of het
" (19) te drukken. Het camerabeeld en de indicatiebalk voor de
OK
" (19). Op het display verschijnt een roterend
OK
85