Veiligheidsvoorschriften - Conrad 55 12 20 Bedienungsanleitung

4. Veiligheidsvoorschriften

Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en let vooral op de veiligheidsinstructies. Indien de
veiligheidsinstructies en de aanwijzingen voor een juiste bediening in deze gebruiksaanwijzing
niet worden opgevolgd, kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld voor de daardoor ontstane
schade aan apparatuur of persoonlijk letsel. Bovendien vervalt in dergelijke gevallen de garantie.
• Om veiligheids- en vergunningsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het
product niet toegestaan.
• De pomp mag enkel via een aardlekschakelaar (max. afschakelstroom 30 mA volgens VDE voorschrift
702) in werking gesteld worden.
• De spanning op het typeplaatje van het product moet overeenkomen met de voorhanden netspanning.
• Houd elektrische apparaten buiten het bereik van kinderen. Wees bijzonder aandachtig indien er
kinderen of dieren in de buurt zijn. Kinderen zouden kunnen proberen om voorwerpen in het apparaat te
steken. Dit kan levensgevaarlijke elektrische schokken tot gevolg hebben. Dit product is geen speelgoed
en moet buiten het bereik van kinderen gehouden worden.
• Tijdens het gebruik mogen er geen personen of dieren in het water zijn.
• Vergewis u ervan, dat alle elektrische stekkerverbindingen zich op een plek bevinden bevinden die
beschut is tegen overstromingen en slechte weersomstandigheden.
• U mag de opstelplaats van de pomp niet veranderen zolang de pomp in gebruik is.
• Vergewis u ervan, dat alle elektrische verbindingen en verbindingsdraden tussen de pomp en eventuele
verlengkabels overeenkomen met de voorschriften en bepalingen van deze gebruiksaanwijzing.
• Er moet op gelet worden, dat de aarddraad (geel/groen) van het netsnoer, een eventuele verlengkabel
of de aarddraad in/aan het apparaat niet onderbroken wordt daar bij een onderbroken aarding
levensgevaar bestaat! U mag de pomp niet zonder aarding gebruiken.
• U mag de veiligheidsinstellingen nooit buiten werking stellen.
• U mag het netsnoer nooit gebruiken om de pomp te transporteren.
• Koppel de pomp los van het lichtnet vooraleer u de pomp reinigt als u de pomp langere tijd niet gebruikt.
• Indien blijkt dat het niet meer mogelijk is om het apparaat op een veilige manier te gebruiken, moet u
het buiten werking stellen en onopzettelijk gebruik voorkomen. Haal de stekker uit de contactdoos. Men
mag ervan uitgaan dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is indien:
- de pomp of de aansluitkabels duidelijke beschadigingen vertonen;
- de pomp niet meer werkt;
- de pomp onder ongunstige omstandigheden getransporteerd of opgeslagen werd.
• Gevolgschade die veroorzaakt wordt door een overstroming ten gevolge van een storing aan de pomp
moet door middel van geschikte veiligheidsmaatregelen (b.v. alarminstallatie, reservepomp e.d.) door
de gebruiker uitgesloten worden.
• De pomp mag nooit drooglopen of met een gesloten aanzuigslang in werking gesteld worden. Bij
beschadigingen aan de pomp door droogloop zal uw garantie vervallen.
27