Inhaltsverzeichnis
Werbung
A3 Durchführung von Strommessungen
Überschreiten Sie auf keinen Fall die
max. zulässigen Eingangsgrößen max.
1000 ADC/AACrms. Dabei darf die
Spannung auf keinen Fall größer als
1000 VDC bzw. 750 VACrms (rms = ef-
fektiv) sein! Berühren Sie keine Schal-
tungen oder Schaltungsteile, wenn dar-
in höhere Spannungen als 25 VACrms
oder 35 VDC anliegen können! Lebens-
gefahr!
Zur Messung von Gleich oder Wechselströmen gehen
Sie wie folgt vor:
Verbinden Sie die Meßleitungen des ausgeschalteten
Stromzangenadapters mit den Meßbuchsen am ausge-
schalteten Multimeter. Achten Sie auf sicheren festen
Sitz der Anschlußleitungen im Multimeter. Schalten Sie
nun den Stromzangenadapter und das angeschlossene
Multimeter ein. Stellen Sie Ihr Meßgerät entweder auf
ACV (Wechselspannungsmessung) oder auf DCV
(Gleichspannungsmessung) und dabei auf den klein-
sten möglichen Meßbereich (ideal 2000 mV) ein.
Öffnen Sie die Stromzange mit dem Zangenöffnungs-
hebel. Umschließen Sie bei der Gleichstrommessung
nicht mehr als einen isolierten Leiter; bei der Wechsel-
strommessung dürfen Sie nur einen isolierten Leiter in
einem einphasigen System oder mehrere isolierte Lei-
ter eines mehrphasigen Systems umschließen.
Etwas unterhalb der Zangenöffnung be-
findet sich ein Handschutz, ein Kunst-
stoffwulst. Greifen Sie während der
Messung /beim Umschließen des Lei-
ters oder der Stromschiene niemals
über den Handschutz hinaus — LE-
BENSGEFAHR !
14
• Om een elektrische schok te voorkomen, moet u er
op letten dat de te meten aansluitingen/ tijdens de
meting niet, ook niet indirect, aangeraakt worden.
• Vermijd bij iedere meting, vooral tijdens een stroom-
meting, een te hoge luchtvochtigheid, damp. Tij-
dens het doorvoeren van metingen moeten de han-
den, schoenen en de grond beslist droog zijn.
• Stromen > 1000 A kunnen de stroomtang bescha-
digen. Het moet erop gelet worden, dat tijdens
een meting uitsluitend een (1) geïsoleerde draad
(max. doorsnede 57 mm) omvat wordt. Een me-
ting om een meeraderige kabel (enkelfasig) is niet
mogelijk.
Worden daarentegen twee of meerdere geïsoleerde
draden (totaaldoorsnede max. 57 mm) van een
meerfasig systeem omsloten, zo is de afgelezen
waarde overeenkomend met de vectorsom van de
enkele stromen.
• Werk met dit meetapparaat niet in ruimtes of bij on-
gunstige omgevingscondities, waarin/-bij brandbare
gassen, dampen of stoffen aanwezig (kunnen) zijn.
Vermijd voor uw eigen veiligheid beslist het vochtig
of nat worden van het meetapparaat resp. de
meetsnoeren. Vermijdt het gebruik in de directe om-
geving van
a) sterke magnetische velden (luidsprekers, magneten)
b) elektromagnetische velden (transformatoren, moto-
ren, spoelen, relais, beschermingen, elektromagne-
ten enz.)
c) elektrostatische velden (op-/ontladingen)
d) zendantennes of HF-generatoren
• Gebruik de tester niet vlak voor, tijdens of vlak naar
een onweer (blikseminslag! /energierijke overspan-
ningen!). Let er op, dat uw handen, schoenen, kle-
ding, de grond, het meetapparaat resp. meetka-
bels, schakelingen en schakeldelen enz. beslist
droog zijn.
55
Quicklinks ausblenden:
Werbung
Inhaltsverzeichnis
