Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Conrad FP500 Bedienungsanleitung Seite 7

Fingerprint-zugangssystem
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
Vingerprint-toegangssysteem "FP500"
Bestelnr.: 75 22 11
Voorgeschreven gebruik
De vingerprintmodule dient als persoonlijk toegangssysteem voor uiteenlopende toepassingen. Het
maakt de controle van diverse systemen via de unieke vingerafdruk van maximaal 100 bevoegde
personen (afhankelijk van de grootte van de ingelezen vingerafdruk) mogelijk.
Met de module wordt de vingerafdruk (vingerprint) ingelezen en bij overeenkomst met een bevoegd
persoon wordt een potentiaalvrije schakeluitgang geactiveerd.
Via de USB-interface is het mogelijk om deze te gebruiken met de meegeleverde FP500 PC-software, die
een reeks van bijkomende functies, zoals het wissen van individuele vingerafdrukken en het wijzigen van
de relaisschakeltijd, ter beschikking stelt.
De module wordt via een gelijkspanningsbron van 12 V (12 V/DC) of door een wisselspanningsbron van
8 V (8 V/AC) van stroom voorzien. De schakeluitgang mag max. met 35 V/DC/AC en 3 A worden belast.
Machines die gevaarlijk zijn voor leven en goed mogen niet met de module worden geschakeld.
De leesmodule kan in een standaard inbouw-elektroinstallatiedoos, of m.b.v. de meegeleverde montagering,
ook als opbouw worden gemonteerd. Beide modules moeten voldoende tegen indringend water (regen)
of dauw worden beschermd. De noodzakelijke veiligheidsvoorschriften met betrekking tot de
veiligheidsafstand tot aanraakgevaarlijke spanningen/leidingen moeten in acht worden genomen.
Het gehele product mag niet gewijzigd resp. omgebouwd worden!
De veiligheidsvoorschriften dienen absoluut in acht te worden genomen! Lees voor ingebruikneming de
volledige handleiding door; deze bevat belangrijke aanwijzingen voor het juiste gebruik.
Dit product voldoet aan de voorwaarden van de nationale en Europese wetgeving. Alle voorkomende
bedrijfsnamen en productaanduidingen zijn handelsmerken van de betrokken eigenaren. Alle rechten
voorbehouden.
Veiligheidsvoorschriften en risico's
Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van deze gebruiksaanwijzing, vervalt
het recht op garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet
aansprakelijk!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig gebruik
of het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij niet aansprakelijk!
In dergelijke gevallen vervalt het recht op garantie.
• Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenhandig ombouwen en/of wijzigen van het product
niet toegestaan.
• Het product is geen speelgoed en is niet geschikt voor kinderen.
• Het apparaat mag alleen door een vakman worden geïnstalleerd.
• Behandel het product voorzichtig. Door stoten, schokken of een val - zelfs van geringe hoogte - kan het
beschadigd raken.
Montage en aansluiting
De aansluiting moet in spanningsvrije/stroomloze toestand gebeuren!
Bij de montage gebruikt u voor het verwijderen van het scherm de
bijgeleverde ontgrendelvork. Druk daarmee de haak aan de
onderkant van de frontplaat terug en trek deze daarbij af.
De module wordt compleet opgebouwd geleverd en moet alleen
met de verbindingskabel aan elkaar worden gestoken (let hierbij
op de richting-insluitneuzen).
Voor het programmeren moet de afdekkap van de analyse-eenheid
door licht drukken op de zijdelings aangebrachte vergrendeling
"V" (zie afbeelding) weggenomen worden.
Let bij het inbouwen erop dat de analyse-eenheid,
die beide stekkerverbindingsbruggen ("jumper")
"J1" en "J2" bevat, voor vreemden niet toegankelijk
is (vb. plaatselijke scheiding door een muur)
aangezien deze voor het verwijderen en verwerven
van de vingerafdrukken nodig is. Er mogen geen
aansluitingen aan "Y1" worden aangebracht (alleen
de fabrikant heeft deze aansluiting nodig).
Monteer de beide eenheden op de door u beoogde plaatsen. De
afstand tussen de analyse-eenheid en de sensoreenheid mag
maximaal 50 cm bedragen. Een verlenging is niet toegestaan! De
fingerprintmodule kan b.v. direct een deuropener aansturen. Sluit
de deuropener etc. aan de beide klemmen van de potentiaalvrije
schakeluitgang "relais" (sluitcontact) aan. Draai de schroeven met
een passende schroevendraaier voorzichtig vast. De stekker van
de sensoreenheid moet nu in de aansluiting "Y5" van de analyse-
eenheid worden gestopt.
Sluit de spanningsbron in spanningsvrije/stroomloze toestand aan
de schroefklem "power" aan. Draai de schroeven met een passen-
de schroevendraaier voorzichtig vast. De polariteit is hierbij niet
van belang. Een geschikte stroomvoorziening levert een stabiele
uitgangsspanning van 8 V/AC of 12 V/DC (min. 250mA). Controleer
nogmaals alle stekker- en schroefverbindingen op vaste montage.
De aansluiting van de vingerprintmodule is hiermee afgesloten.
Ingebruikname
w w w. c o n r a d . c o m
Verwijder de stekkerverbindingsbrug ("jumper") van "J1" en "J2".
Na succesvolle inbouw en montage van de fingerprintmodule kan de stroomverzorging van de analyse-
Version 01/10
eenheid ingeschakeld worden. De indicatoren "LED1", "LED2" en "STATUS-LED" beginnen te branden.
Na ca. twee seconden dooft de "STATUS-LED" uit. Tijdens deze starttijd wordt het systeem intern
gecontroleerd. De fingerprintmodule is klaar voor gebruik.
Correcte bediening van de sensor
De volgende punten moeten voor een optimale herkenning in de schakelbediening en bij het teachen van
nieuwe vingerprints in acht worden genomen:
• Zoals getoond in de afbeelding rechts, eerst de vinger tot aan de
diepte-aanslag in de behuizing op de sensor plaatsen zodat
deze beide metaalstroken van de sensor aanraakt.
• Met middelmatige snelheid, gelijkmatig over de sensor vanuit de
behuizing in de richting van de gebruiker trekken. Deze procedure
moet ca. één seconde duren.
• De vinger moet in het midden en plat met lichte druk worden
gevoerd zodat hij de metaalstroken op de sensor tijdens de
gehele scanprocedure aanraakt.
• De wijsvinger is in regel het best geschikt.
• Vingers met littekens of de aanwezigheid van eelt in de buurt van
de vingerafdruk bemoeilijkt de herkenning. Gebruik eventueel
een andere vinger.
Teachen van geldige vingerprints
Algemeen verloop:
Eerst moet de zgn. "Master" worden ingelezen. Alleen deze gebruiker kan het teachen van verdere
vingerprints toelaten. Na de vrijgave door de master kunnen de andere geldige vingerprints worden
ingelezen.
1. Stap: Master-vingerprint teachen
Voor het teachen van de master-vingerprint gaat u als volgt te werk:
1. Stekkerverbindingsbrug van "J1" en "J2" verwijderen. "LED1" en "LED2" moeten branden!
2. Steek nu de stekkerverbindingsbrug "J1" op. Na ca. 10 seconden dooft "LED2", de "STATUS-LED" licht
3. Plaats nu de gewenste vinger en schuif deze over de sensor. Neem daarbij het hoofdstuk "correcte
4. Trek de stekkerverbindingsbrug "J1" af. Na ca. 30 s is uw informatie berekend en versleuteld
De master-vingerprint-teachprocedure is nu afgesloten.
2. Stap: Controleer of de master-vingerprint correct werd geteached
Schuif de "master-vinger" over de sensor (zoals hieronder beschreven in "correcte bediening van de
sensor"). De succesvolle herkenning van de vingerafdruk wordt nu door een kort oplichten van "LED1" en
'LED2" gesignaleerd. Aansluitend daaraan trekt het relais gedurende ca. drie seconden aan.
Herkent de eenheid de mastervinger niet bij de eerste of tweede poging (geen hoorbaar "klikken" van het
relais), wis dan de gegevens van de module zoals bij "Herstellen van de fabrieksinstellingen/Wissen van
ingelezen vingerafdrukken" beschreven en herhaal de teachprocedure "stap 1: Master vingerprint", zie
boven.
Als de herkenning is mislukt, knipperen "LED1" en "LED2" ten laatste na tien seconden
driemaal met een korte interval. De oorzaak hiervoor kan bijvoorbeeld een ongeldige
vingerafdruk zijn. Ook een in de verkeerde richting, aan te hoge snelheid of schuin
ingelezen vingerafdruk kan niet worden herkend. In dit geval moet de herkenningsprocedure
worden herhaald.
Reinig bij vervuiling eventueel het sensoroppervlak met een zachte, antistatische doek.
Let op:
• Gebruik voor de inlees- en controleprocecure altijd dezelfde vinger!
• Voer alle bedienstappen zonder lange pauzes uit! Anders wordt de procedure wordt
automatisch onderbroken of genegeerd, of het apparaat kan alleen nog door een
hardware-reset (zie gelijknamige paragraaf) weer in de normale bedrijfsmodus worden
teruggezet (bescherming tegen manipulatie).
Algemene instructies:
• Verandert de LED-toestand zich bij het teachen of inlezen van een vinger niet, beweeg
de vinger dan opnieuw over de sensor.
• Het toevallige dubbel knipperen van "LED1" en "LED2" zonder uw tussenkomst, is
systeemafhankelijk en heeft geen invloed op het functioneren.
• Het teachen van de vingerprints is ook mogelijk met de meegeleverde PC-software. Dit
maakt de inleesprocedure gemakkelijker door bijkomende feedback.
Speciale positie van de "master-vingerprint".
• Latere teachprocedures kunnen alleen met de master-vingerprint worden ingeleid.
Neem dit in acht bij de keuze van de overeenkomstige gebruiker. Daarmee wordt de
bescherming tegen het aanleren van ongewenste personen gewaarborgd.
• De eerste ingelezen vingerprint wordt automatisch als master vastgelegd.
• Een wijziging van de master is enkel mogelijk met de PC-software.
op en duidt zo de start van het master-vingerprint-teachproces aan.
bediening van de sensor" in acht. Als de vingerprint succesvol werd opgeslagen, dooft "LED1"' en de
"STATUS-LED" gedurende ca. een seconde. Als het niet succesvol was, knipperen "LED1" en "LED2"
driemaal kort op elkaar en de procedure (alleen punt 3) moet worden herhaald.
Deze teachprocedure moet afhankelijk van de kwaliteit van de opgeslagen vingerprint meermaals
worden herhaald (ca. vijfmaal)! Het dubbelknipperen van "LED1" en "LED2" met een interval van ca.
een halve seconde signaleert het succesvol beëindigen van de teachprocedure van de "master-
vingerprint".
opgeslagen. Daarna beginnen "LED1" en "LED2" te branden.

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis