Parkside PLPD 60 A1 Originalbetriebsanleitung Seite 43

Soldeerpunt vertinnen/vervangen
(afb. 1)
LET OP! GEVAAR VOOR
BRANDWONDEN!
Opmerking
►
Verwijder vóór gebruik de
beschermdop van de soldeerpunt.
►
Vóór het eerste gebruik van de
soldeerbout en/of bij gebruik van
een nieuwe soldeerpunt moet de
soldeerpunt worden vertind.
►
Bij het eerste gebruik van
de soldeerbout rookt het
verwarmingselement en na het eerste
gebruik verandert de kleur van het
verwarmingselementbuis.
Vertinnen:
Stek de stekker van het netsnoer in het
●
stopcontact.
Stel de temperatuurregelaar (14) in op
●
250℃ en wacht totdat het LED-lampje (7)
GROEN brandt.
Druk de trekker (5) voor draadtoevoer in
●
en laat een beetje soldeertin in een dun
laagje over de soldeerpunt (1) stromen.
Soldeerpunt vervangen:
Warm de soldeerbout nooit op
zonder soldeerpunt.
Trek de stekker van het netsnoer uit het
●
stopcontact en laat de soldeerpunt (1)
afkoelen tot kamertemperatuur.
Draai de bevestigingsschroef
●
(2) van de soldeerpunt los en
trek de oude soldeerpunt uit de
verwarmingselementbuis (3).
Plaats een nieuwe soldeerpunt (1) in
●
de verwarmingselementbuis (3) en
draai de bevestigingsschroef (2) van de
soldeerpunt stevig vast.
LED-lampje (afb. 1)
Het LED-lampje (7) brandt ROOD
●
wanneer het apparaat wordt opgewarmd
nadat de stekker van het netsnoer
in het stopcontact is gestoken en de
temperatuurregelaar niet in de stand '0'
staat.
Het LED-lampje (7) wordt GROEN
●
zodra de soldeerbout de ingestelde
temperatuur heeft bereikt en gereed is
voor gebruik.
Temperatuurinstelling (afb. 1)
Opmerking
►
Voor een optimaal soldeerresultaat
zijn geschikt soldeertin en de
juiste temperatuur vereist. Als de
soldeertemperatuur te laag is,
is het soldeertin niet vloeibaar
genoeg, waardoor er slechte
soldeerplaatsen ontstaan. Maar als
de soldeertemperatuur te hoog is,
verbrandt het soldeermiddel en vloeit het
soldeertin niet. Bovendien kunnen de
materialen van het werkstuk beschadigd
raken.
Draai de temperatuurregelaar (14) om
●
de gewenste soldeertemperatuur in te
stellen.
Het apparaat heeft 4
●
temperatuurniveaus. De onderstaande
temperatuurinstellingen zijn
geschikt voor de meest gebruikelijke
soldeertoepassingen, maar kunnen
afwijken voor specifieke soorten
soldeertin/fabrikanten.
BE
NL
39