Inhaltsverzeichnis
Werbung
In gewerblichen Einrichtungen sind die Unfallverhütungsvorschriften
des Verbandes der gewerblichen Berufsgenossenschaften für elektri-
sche Anlagen und Betriebsmittel zu beachten.
Wenn anzunehmen ist, dass ein gefahrloser Betrieb nicht mehr mög-
lich ist, so sind die Geräte außer Betrieb zu setzen und gegen unbeab-
sichtigten Betrieb zu sichern.
Es ist anzunehmen, dass ein gefahrloser Betrieb nicht mehr möglich
ist, wenn:
•
die Geräte oder die Anschlussleitungen sichtbare Beschädigungen
aufweisen
•
die Geräte nicht mehr arbeiten
•
nach längerer Lagerung unter ungünstigen Verhältnissen
•
nach schweren Transportbeanspruchungen
Elektrische Geräte gehören nicht in Kinderhände. Lassen Sie in Anwe-
senheit von Kindern besondere Vorsicht walten, Kinder könnten versu-
chen, Gegenstände durch Gehäuseöffnungen in die Geräte zu
stecken. Es besteht die Gefahr eines lebensgefährlichen elektrischen
Schlags.
Gießen Sie nie Flüssigkeiten über den Geräten aus. Sollte es dennoch
zu einem solchen Fall kommen, ziehen Sie sofort die Steckernetzteile
aus der Netzsteckdose, und ziehen Sie eine Fachkraft zu Rate. Es
besteht höchste Gefahr eines Brandes oder lebensgefährlichen elektri-
schen Schlags.
Achten Sie auf eine ausreichende Belüftung der Geräte. Verdecken
oder blockieren Sie niemals die Lüftungsschlitze. Bei Einbau der Gerä-
te ist eine ausreichende Be- bzw. Entlüftung sicherzustellen.
Vermeiden Sie eine starke mechanische Beanspruchung, sowie hohe
Temperaturen, starke Vibrationen oder hohe Feuchtigkeit, dies kann
die Geräte beschädigen.
Nehmen Sie die Geräte niemals gleich dann in Betrieb, wenn sie von
einem kalten Raum in einen warmen Raum gebracht wurden. Das dabei
entstehende Kondenswasser kann unter Umständen die Geräte zer-
stören. Lassen Sie die Geräte im stromlosen Zustand auf Zimmertem-
peratur kommen. Warten Sie bis das Kondenswasser verdunstet ist.
Stellen Sie die Geräte niemals auf einen instabilen Untergrund. Durch
ein Herabfallen könnten Personen verletzt werden.
8
Opstellen van de ontvanger
Stel de ontvanger in de buurt van de bewakingsmonitor of het TV-toestel op. Plaats
de ontvanger niet direct op de bewakingsmonitor daar dit de overdracht kan storen.
De beste standplaats is ca. 1-2 m boven de grond (dit zorgt voor betere ontvangst-
condities).
In de buurt van de standplaats moet er een stopcontact zijn.
Waarschuwing
Om vervormingen en oversturingen te vermijden, die tot bescha-
digingen van het systeem kunnen leiden, mogen de audio- en
video-aansluitbus van de ontvanger enkel met een audio- resp.
video-ingang van een monitor, TV-toestel of videorecorder ver-
bonden worden.
Indien u vragen heeft omtrent de correcte aansluiting kan u zich
tot onze technische helpdesk wenden of u neemt contact op met
een andere vakman.
6. Ingebruikneming
• Verbind de camera en de ontvanger met de meegeleverde stekkervoedingen.
• Steek de stekkervoedingen in de stopcontacten.
• Schakel de bewakingsmonitor in.
• Kies aan de bewakingsmonitor de ingang waarop de ontvanger van het systeem
aangesloten werd.
• Schakel de ontvanger met de schakelaar (15) in. Aan de voorkant van het apparaat
zal een lichtdiode oplichten.
• Zet de kanaalkeuzeschakelaar aan de camera (6) en de ontvanger (14) op hetzelf-
de overdrachtskanaal resp. ga na indien deze instelling juist uitgevoerd werd.
• De antennes van het systeem (1) en (11) zijn op een scharnier gemonteerd. Draai
de antennes van de ontvanger en de camera zodanig, dat de kanten met de mar-
keringen naar elkaar wijzen. De antennes moeten van de behuizing wegkijken (dit
vermindert storingen).
• Verander de positie van de antennes van de camera en de ontvanger zo lang tot
het beeld dat verzonden wordt optimaal is. Indien de overdracht gestoord is, ver-
ander dan aan de camera en de ontvanger het ingestelde kanaal (kanaalkeuze-
schakelaars (6) en (14)). Zie ook de paragraaf "Verhelpen van storingen".
• Optimaliseer de positie van de camera en draai vervolgens de bevestigingsschroe-
ven aan de camerahouder (4) met behulp van een kruiskopschroevendraaier vast.
Ga op omgekeerde wijze te werk om de apparaten weer uit te schakelen.
Haal steeds de stekkervoedingen uit de stopcontacten als u het systeem langere tijd
niet gebruikt.
57
Werbung
Kapitel
Inhaltsverzeichnis
