Inhaltsverzeichnis
Werbung
Montageort des Alarmkontaktes
Achten Sie darauf dass Sie den Alarmkontakt und den Magneten parallel auf einer
Höhe montieren.
Der Abstand zwischen dem Alarmkontakt und dem Magneten darf max. 10 mm
betragen.
Montage des Alarmkontaktes
1. Benutzen Sie den Alarmkontakt als Vorlage und markieren Sie durch dessen Mon-
tagelöcher die Bohrstellen.
2. Bohren Sie an den Markierungen die Löcher in der gewünschten Tiefe. Setzen
Sie, wenn nötig, Dübel ein.
3. Schrauben Sie den Alarmkontakt an die Wand und stecken Sie den Klinken-
stecker ein.
Montage des Magneten
1. Säubern Sie beide Klebeflächen vor der Befestigung des doppelseitigen Klebe-
bandes.
2. Entfernen Sie einseitig die Schutzfolie des Klebebandes und drücken Sie es kräf-
tig gegen die Rückseite des Magneten.
3. Ziehen Sie jetzt die Folie von der anderen Seite des Klebebandes und drücken Sie
den Magnet kräftig an die gewünschte Montagestelle.
Verlegen Sie die Kabel so dass keine Stolperfallen entstehen.
Bedienungselemente
(siehe Ausklappseite)
Fernbedienung
1.
Sende LED
2.
DISARM/CHIME Taste
3.
HOME MUTE ALERT Taste
4.
AWAY/PANIC Taste
Alarmzentrale
5. PIR- Sensor
6. Sirene
7. Status- LEDs
8
Alarm aus / Besucher Gong
Alarm bei Anwesenheit
Alarm bei Abwesenheit / Panikalarm
Rot, Gelb, Grün
Laat batterijen, knoopcellen en accu´s niet in de nabijheid van kinderen ronds-
lingeren. Bewaar ze op een plaats die ontoegankelijk is voor kinderen. Als bat-
terijen, knoopcellen of accu´s ingeslikt worden bestaat levensgevaar! Consul-
teer in een dergelijk geval direct een arts of ga naar een ziekenhuis! Batterijen
mogen niet kortgesloten, in het vuur geworpen of opgeladen worden. In derge-
lijke gevallen bestaat explosiegevaar!
Onderhoud en reiniging
De batterijen moeten indien nodig vervangen worden. Het systeem is voor de rest
onderhoudsvrij. Reinig het systeem enkel met een licht vochtig doekje of een kwast.
U mag in geen geval agressieve reinigingsproducten of chemische oplosmiddelen
gebruiken daar deze het systeem kunnen beschadigen.
Verwijderen
Indien de alarmcentrale niet meer werkt en niet meer hersteld kan worden, moet u
het systeem volgens de geldende wettelijke bepalingen voor afvalverwerking inleveren.
Technische gegevens
Alarmcentrale
Voedingsspanning via externe netvoeding:
Voedingsspanning via batterij:
Stroomverbruik:
gebruik met netvoeding
gebruik met batterij
Levensduur van de batterij:
Radiografische frequentie:
Extern alarmcontact:
Kabellengte van het extern alarmcontact:
ingang 230 VAC, uitgang 9 VDC
150 mA
9 V blokbatterij, E-blok, PP3,
6LR61
normale modus 2 W, alarm
modus 3,1 W
normale modus 0,13 W, alarm
modus 1 W
ca. 4,75 h
433,92 MHz
opener of sluiter (al naar de pro-
grammering)
ca. 3 m
49
Werbung
Kapitel
Inhaltsverzeichnis
