Gemaakte Configuratie Resetten Naar De Fabrieksinstelling - Mennekes AMTRON Professional Twincharge Betriebs Und Installationsanleitung

Een lijst, bij welke voertuigen autocharge
succesvol door MENNEKES werd getest,
vindt u op onze homepage onder:
www.mennekes.org/emobility/services/au-
tocharge
De voertuig-ID wordt behandeld als een RFID-UID.
u Naar het menu "Autorisatie" > "HLC 15118" navi-
geren en de volgende parameter instellen:
Parameter Instelling
Autocharge u "Aan" kiezen.
u Klik op de knop "Save", om de instelling(en) op
te slaan.
Bij koppeling aan een backend-systeem
De configuratie in het backend-systeem is afhanke-
lijk van het betreffende backend-systeem en kan
daarom niet precies worden beschreven in dit do-
cument.
1. Voertuig-ID in het backend-systeem uitlezen.
Eerst het product en het voertuig verbinden met
de laadkabel.
2. Voertuig-ID in het backend-systeem invoeren of
voertuig-ID in de webinterface in de parameter
"Lijst met UID's in de OCPP whitelist" of "Lijst
met UID's in de lokale whitelist" invoeren.
Zonder koppeling met een backend-systeem
1. Voertuig-ID in de webinterface uitlezen.
u Naar het menu "Autorisatie" > "HLC 15118" navi-
geren en de volgende parameter instellen:
Parameter Instelling
15118 configura- u "Aan (Geen PlugNCharge)"
tie
u Product en voertuig verbinden met de laadka-
bel.
40
kiezen.
u In de adresregel van de internetbrowser de ex-
tensie "/legacy/operator "invoeren (bijvoorbeeld
192.168.123.123/legacy/operator).
u Gebruikersnaam (operator) en wachtwoord van
het master-laadpunt invoeren.
1 Wachtwoord: zie installatiegegevensblad
u Naar het menu „> 15118" navigeren. Het menu
"> 15118" verschijnt alleen, wanneer de parame-
ter "15118 configuratie" is ingeschakeld.
u Onder „Event logger" wordt de voertuig-ID ge-
toond.
u Voertuig-ID kopiëren naar het klembord of no-
teren.
2. Voertuig-ID in de webinterface invoeren.
u In de adresbalk van de internetbrowser de ex-
tensie ":81/legacy/operator/operator" verwijde-
ren (bijvoorbeeld 192.168.123.123).
u Gebruikersnaam (operator) en wachtwoord van
het master-laadpunt invoeren.
1 Wachtwoord: zie installatiegegevensblad
u Naar het menu "Autorisatie" navigeren en de
volgende parameter instellen:
Parameter Instelling
Lijst met UID's in u Voertuig-ID invoeren.
de lokale white-
list
15118 configura- u "Uit" kiezen.
tie
u Klik op de knop "Save", om de instelling(en) op
te slaan.
6.11 Gemaakte configuratie resetten naar de
fabrieksinstelling
De werkzaamheden in dit hoofdstuk mogen
alleen door een elektromonteur worden uit-
gevoerd.
De configuraties, die het master-laadpunt betreffen
en de configuraties, die het slave-laadpunt betref-
fen, moeten apart worden gereset.