Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Elektrische Aansluiting En Ingebruikname; Onderhoud En Service; Technische Gegevens - Conrad SB-208 Bedienungsanleitung

Mini-rückfahrkamera
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

De bovenkant van de camera is aangegeven. Deze aanduiding moet naar boven
wijzen, zodat het camerabeeld later niet verdraaid wordt weergegeven.
• Bij schuine montagevlakken of als de voorkeur wordt gegeven aan een schuine montage,
kunt u de schuine compensatieringen onder de camera plaatsen, zodat de gewenste inbouw-
positie wordt gewaarborgd.
• Leg de aansluitkabel zorgvuldig naar binnen, zodat er geen vocht in het voertuig kan komen.
Gebruik bij doorgangspunten in de voertuigcabine de meegeleverde rubberbussen en ge-
bruik indien nodig geschikte afdichtpasta.

Elektrische aansluiting en ingebruikname

De elektrische aansluiting mag uitsluitend door een deskundige worden uitge-
voerd.
Om kortsluiting en hieruit resulterende beschadigingen van de camera en het
voertuig te voorkomen, moet tijdens het aansluiten de minpool (massa) van
de autoaccu worden losgekoppeld. Sluit de minpool van de voertuigaccu pas
weer aan als het systeem volledig is aangesloten en de aansluiting is gecon-
troleerd.
Neem de aanwijzingen van de voertuigfabrikant in acht, zodat de opgeslagen
gegevens van het voertuig (kloktijd, radiozender e.d.) niet verloren gaan.
Gebruik voor het testen van de spanning op de bekabeling van het boordnet
uitsluitend een voltmeter of een diodetestlamp, aangezien normale testlam-
pen te veel stroom opnemen waardoor de boordelektronica beschadigd kan
raken.
Vanwege de steeds vaker toegepaste lijmtechniek resp. gelakte metalen on-
derdelen wordt het elektrische geleidingsvermogen verminderd. Daarom is
niet ieder metalen onderdeel geschikt als massapunt.
Let bij het leggen van leidingen op dat deze niet worden afgekneld of langs
scherpe randen schuren; gebruik bij doorvoerpunten rubberbussen.
Let er bij het leggen van de kabels in portierstijlen enz. op, dat geen veilig-
heidsrelevante inrichtingen (bijv. een zij-airbag) worden belemmerd. De ka-
bels mogen niet in het activeringsgebied van de airbag worden gelegd.
• Sluit de miniconnector (1) met de adapterkabel (2) aan op de camera.
• Steek de stekker van de voedingskabel (5) in de rode aansluiting (3) op de adapterkabel (2).
• Steek een van de gele videostekkers van de videokabel (6) in de gele videoaansluiting (4)
van de adapterkabel (2).
• Sluit de andere gele stekker van de videokabel (6) aan op de video-ingang van uw achteruit-
rijmonitor.
• Sluit de voedingskabel (5) aan op een achteruitrijlicht van uw voertuig. Sluit hierbij de rode
draad met de positieve draad aan op het achteruitrijlicht en de zwarte draad op een geschikt
massapunt of een geschikte massakabel.
Aangezien de camera uitsluitend geactiveerd moet worden als de achteruitversnel-
ling is ingeschakeld, vindt de voeding via het achteruitrijlicht plaats.
Om de positieve draad naar het achteruitrijlicht en de massaleiding te identifi ceren,
raadpleegt u het schakelschema van uw voertuig of meet u de spanning met een
spanningmeetinstrument direct op het achteruitrijlicht wanneer u contact maakt en
het voertuig in de achteruit staat. Hier moet natuurlijk eerst de negatieve pool van
de boordaccu er weer op worden geklemd.
• Na het uitvoeren van de aansluitwerkzaamheden sluit u de minpool van de autoaccu weer
aan en schakelt u terwijl u contact maakt in de achteruitversnelling.
• De achteruitrijmonitor moet nu het door de achteruitrijcamera opgenomen beeld weergeven.
Eventueel moet hiervoor de betreffende video-ingang op de achteruitrijmonitor handmatig
worden geactiveerd.
5
3
2
1
4
6
Werkwijze van de achteruitrijcamera
Wordt bij ingeschakeld contact de achteruitversnelling gebruikt, dan branden de achteruitrij-
lampen van uw voertuig. Omdat de achteruitrijcamera op een van de achteruitrijlampen wordt
aangesloten, gaat dus ook de achteruitrijcamera werken.
Op uw monitor verschijnt nu het achterliggende, door de camera geregistreerde gebied.
Door de in de camera geïntegreerde infrarood-led's, wordt in het donker het achterliggende
gebied verlicht en het herkennen van hindernissen eenvoudiger gemaakt.
Het beeld van de camera wordt gespiegeld weergegeven, zodat het beeld in de
achteruitrijmonitor, evenals het beeld in de achteruitkijkspiegel wordt waargenomen.
Bij directe lichtinval op de camera kan het zijn, dat voorwerpen niet duidelijk weer-
gegeven worden. Bij fl uorescerend licht kan het beeldscherm fl ikkeren.
Kleuren van voorwerpen, die op de monitor – speciaal bij duisternis – getoond wor-
den, kunnen van de werkelijke kleuren van de voorwerpen afwijken.
Draadloze apparaten zoals bijv. WLAN-apparaten, Bluetooth-apparaten of gsm-
toestellen kunnen de werking van de monitor hinderlijk beïnvloeden. Zou dit het
geval zijn, dan ziet u golvende lijnen op de monitor, wazige of statische beelden.

Onderhoud en service

Controleer regelmatig de technische veiligheid van de camera, bijv. op beschadiging van de
aansluitkabels en de camera zelf.
Indien kan worden aangenomen dat veilig gebruik niet meer mogelijk is, dan moet het product
buiten bedrijf worden gesteld en worden beveiligd tegen onbedoeld gebruik. Camera afklem-
men!
Ga ervan uit dat een veilige werking niet meer mogelijk is indien:
• de camera zichtbaar is beschadigd
• de camera niet meer functioneert, of
• na zware mechanische belastingen
Controleer regelmatig het functioneren.
Maak de camera regelmatig schoon. Gebruik hiervoor geen waterstralers, zoals bijv. hoge-
drukreinigers of chemische reinigingsmiddelen, deze kunnen het materiaal van de behuizing
aantasten of beschadigen.
Verwijdering
Elektronische apparaten bevatten voor recycling geschikte materialen en mogen
niet bij het huishoudelijk afval!
Verwijder het product aan het einde van zijn levensduur conform de geldende wet-
telijke bepalingen.

Technische gegevens

Bedrijfsspanning: ..........................12 V/DC
Stroomverbruik: ............................120 mA
Registratiehoek: ............................120° hor./100° vert.
Resolutie: ......................................648 x 488
Videouitgang: ................................1 Vpp/75 Ohm
Verlichting: ....................................9 Infrarood-led's
Montagegat: ..................................28 mm
Afmetingen: ..................................32 x 44 mm (Ø x L)
Gewicht: ........................................60 g
Bedrijfstemperatuurbereik: ...........-20 °C tot +70 °C, bij max. 95% rel. vochtigheid
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de fi rma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1,
D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld
fotokopie, microverfi lming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen
de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van
techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2013 by Conrad Electronic SE.
V1_0813_01/HD

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

64 15 74

Inhaltsverzeichnis